Help bij het verbeteren van de WIKI
Geef een suggestie voor de verbetering van dit artikel.
Als je een handicap hebt, kan het fijn zijn om een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) te hebben. Daarmee mag je op speciale gehandicaptenparkeerplaatsen (GPP’s) parkeren. Soms kun je met deze kaart ook gratis parkeren of op plekken staan waar anderen dat niet mogen.
De regels voor de aanvraag van de kaart zijn in principe landelijk geregeld, maar er zit soms wel verschil in hoe de procedure verloopt in een gemeente. Ook de parkeerregels met de kaart verschillen per gemeente: in sommige gemeenten mag je gratis parkeren met de kaart, in andere niet.
Daarom is het belangrijk om goed op te letten wat de regels zijn bij elk uitstapje dat je maakt. Op parkeerplaatsen achter een hek of slagboom, bijvoorbeeld op een parkeerterrein of in een parkeergarage, moet je in principe altijd gewoon betalen.
De gehandicaptenparkeerkaart is Europees, je kunt deze dus ook gebruiken in andere landen binnen de EU. Naast landen aangesloten bij de EU, kun je ook met de kaart parkeren in Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Controleer altijd zelf welke regels daar gelden voor parkeren met de GPK.
Er bestaan drie soorten GPK’s, deze zijn voor verschillende situaties en er gelden verschillende regels voor de toewijzing van de kaarten. Er bestaat ook een GPK voor instellingen, daar zullen we verder geen aandacht aan besteden. Alle GPK’s hieronder zijn persoonsgebonden, de kaarten zijn niet gebonden aan een kenteken.
Een GPK is altijd persoonsgebonden, en niet gebonden aan een kenteken. Je mag jouw GPK dus niet aan iemand anders uitlenen, als je zelf niet mee gaat in de auto.
Het aanvragen van een GPK doe je bij de gemeente waar je bent ingeschreven, over het algemeen is dit de gemeente waar je woont. Ben je niet ingeschreven bij een gemeente, dan loopt de aanvraag via het CBR. Tijdens de aanvraagprocedure wordt beslist of er een medische keuring nodig is. Sommige gemeenten laten je altijd keuren, andere beslissen al op basis van de gegevens die ze van je hebben. De keuringsarts stelt vast of je aan de voorwaarden voldoet.
De kaart is maximaal vijf jaar geldig, in sommige gevallen korter. Als de kaart verloopt, kun je een nieuwe aanvragen. Meestal is er dan geen nieuwe keuring nodig, als jouw situatie niet veranderd is.
Het aanvragen van een GPK kost vaak geld. Er komen twee soorten kosten bij kijken: de leges en de kosten voor de medische keuring.
Leges zijn kosten die je maakt voor de aanvraag van de kaart zelf. De gemeente brengt deze in rekening omdat zij er werk aan hebben: zij moeten de kaarten inkopen en registreren.
Soms betaal je ook voor de medische keuring, omdat deze arts ook betaald moet worden. Meestal krijg je de gemaakte kosten niet terug als je aanvraag afgewezen wordt. Gemeenten mogen zelf bepalen wat ze in rekening brengen, bij sommige gemeenten betaal je niets, bij andere kan de kaart best duur zijn. Het is daarom verstandig om zelf goed na te gaan of je in aanmerking komt voor de kaart en uit te zoeken hoe jouw gemeente omgaat met de kosten.
Met een GPK mag je parkeren op gehandicaptenparkeerplaatsen. In de praktijk zijn dat drie verschillende soorten parkeerplaatsen:
Daarnaast mag je met een GPK parkeren op plaatsen waar een bord ‘verboden te parkeren’ staat (blauw rond bord met een rode rand en een schuine rode streep door het midden). Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden: Je mag hier alleen staan als het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de GPK-houder, je mag er maximaal 3 uur staan en je moet een parkeerschijf gebruiken.
Naast deze algemene regels mogen gemeenten hun eigen parkeerregels opstellen. Zo mag je bij sommige gemeenten gratis parkeren, of parkeren op plaatsen voor vergunninghouders, maar bij andere gemeenten mag dit weer niet. Ook kan het zijn dat je op bepaalde plaatsen een parkeerschijf moet gebruiken naast je GPK. Het is belangrijk om bij elke gemeente afzonderlijk op te zoeken welke parkeerregels er gelden met een GPK.
Er is geen officieel overzicht van alle verschillende parkeerregels naast elkaar, wel zijn er een aantal particuliere initiatieven die de regels proberen bij te houden. De nieuwste daarvan is de Gehandicapten ParkeerApp. Omdat dit geen officiële uiting van de overheid is, is het raadzaam om ook altijd de informatie van de gemeente zelf te controleren. Regels kunnen nu eenmaal veranderen.
Steeds meer gemeenten maken gebruik van digitale parkeercontrole, bijvoorbeeld met scankastjes of scanauto’s. Daarom moet je je soms online registreren bij de gemeente om gratis te mogen parkeren met je GPK. Elke gemeente mag dit zelf bepalen, daarom kunnen de regels en procedures bij het registreren ook weer verschillen. Soms kost het even tijd om een registratie te voltooien of moet je bijvoorbeeld per dag aangeven dat je wilt parkeren.
Op dit moment is er één parkeerapp waarin GPK’s geregistreerd kunnen worden: de GPKapp. Je kunt deze app echter alleen gebruiken om te parkeren als je een account hebt aangemaakt en dit door jouw gemeente is geverifieerd. In de praktijk betekent dit dat je de app alleen kunt gebruiken als jouw gemeente bij de app is aangesloten. Je kunt wel zonder account de parkeerregels per gemeente inzien.
De algemene, landelijke regels rond GPK’s zijn na te lezen bij de Rijksoverheid. Daar kun je ook nalezen in welke landen de GPK geldig is en waar je mag parkeren.
Ben je niet ingeschreven in een Nederlandse gemeente? Dan kun je een GPK aanvragen bij het CBR.
De GPKapp geeft inzicht in parkeerregels per gemeente, als jouw gemeente is aangesloten, kun je ook je parkeeractie digitaal registreren. De app is ontwikkeld met ervaringsdeskundigen. Downloaden is gratis.
Verder lezen over autorijden kan bij Scouters.